Herman Brusselmans, van A tot Z

Door Anton Dautzenberg


De Mooie Jonge Oppergod van de Vlaamse Letteren wordt op 9 oktober vijftig. Reden voor een feestje, ook al houdt hij daar zelf ab-so-luut niet van. Even incasseren Herman: een abecedarium! Lang zal hij leven et cetera.

afbeelding: bandirah
Angst. Herman is een beetje een bangerik. Altijd al geweest. Bang voor Het Leven. Bang voor De Dood. Gelukkig wel, want het levert angrijpende literatuur op. Aangrijpend begint net als Angst met een A. Kan ook niet anders, in het universum van Brusselmans. Sinds eind 1993 is Herman ook bang voor Alcohol. Dat is dan weer jammer voor de literatuur.


De kleine Herman groeit op in een gezin zonder ook maar één Boek in de kast. Zijn vader is een veehandelaar in het Vlaamse dorpje Hamme. Dit weerhoudt Herman er niet van om Bibliothecaris te worden, in de ontspanningsbibliotheek van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen. En om een vijftigtal boeken te publiceren. Naar verluidt verkoopt pa Brusselmans gesigneerde exemplaren aan vrienden. Tegen woekerprijzen.


HB schrijft ook Columns. De een na de ander. De Straaljager van de Nederlandse Letteren wordt hij tegenwoordig genoemd (door hemzelf). Collega’s krijgen er regelmatig van langs in zijn schrijfsels. De een na de ander. Harry Mulisch en Hugo Claus (zij het respectvol) voorop. Brusselmans zelf wordt ook niet gespaard. De Critici blijven hem attaqueren. De een na de ander.


Als kind wil hij eigenlijk Drummer worden. Hij oefent uren op de houten troggen in de stal. Zonder resultaat. Hij blijkt geen maat te kunnen houden. Bij schrijven werkt dat, bij muziek maken niet. In zijn huiskamer staat nog altijd een immens drumstel. Daarmee hoopt hij de Dood te bezweren. Die blijkt wel gevoelig voor a-ritmisch geklop. Vooralsnog.


Erotiek is misschien wel zijn belangrijkste thema. Nee, het gaat ‘m niet om platte seks. Ook al wordt er in zijn romans met de nodige regelmaat ‘achterwaarts in de poes genaaid’. Maar dat terzijde. Brusselmans is voortdurend op zoek naar verliefdheden en bijmeisjes. In zijn boeken dan. In het echt is hij keurig getrouwd met Tania (waarover later meer).


Dat zijn hersenspinsels ooit het witte doek zouden bereiken, was een kwestie van tijd. De Film Ex-drummer flopt echter dit voorjaar in thuisland België. In Nederland wordt het een bescheiden filmhuishit. Ook als Filmster wil het nog niet echt vlotten. Het blijft vooralsnog bij bijrolletjes in La vie sexuelle des Belges en Camping Cosmos, beide van Jan Bucquoy.


Brusselmans œuvre is op te delen in boeken over Gloria en boeken over Phoebe. Het eerste personage is gebaseerd op zijn ex-vrouw Gerda, Phoebe op zijn huidige vrouw Tania. Beiden zijn goede vriendinnen van elkaar. God heeft het zo beschikt. En daar word je stil van. Ook als Oppergod van de Vlaamse Letteren. Gloria is een warm personage. Phoebe een lekker wijf. En andersom.


Lange Haren. Het is zijn handelsmerk geworden. En zijn gordijn tegen de boze buitenwereld. Het helpt hem zich te verstoppen, zijn angsten te verbergen. Een tweede usp: Humor. De grappen vliegen de lezer om de oren. Het bullshitten zit Herman blijkbaar in het bloed. Zijn absurdisme werkt nog altijd aanstekelijk. Voorwaar geen geringe prestatie.


Iddergem is Gerda’s/Gloria’s geboorteplaats. Het is ook de setting van Heden ben ik nuchter, Hermans vierde boek. De Tovenaarsfeesten in Iddergem, op precies te zijn. Herman houdt in die tijd nogal van Dire Straits en Simple Minds. Dus het is voor de (her)lezers bij tijd en wijle even doorbijten. Maar de protagonist Eduard Kronenburg blijft een van zijn beste creaties. Lees vooral ook Zijn er kanalen in Aalst?


Japanse motoren weten HB te bekoren. Maar ook Amerikaanse, Duitse, Koreaanse, Chinese, Poolse en Braziliaanse, om er maar een paar te noemen. Herman hóudt van motoren. Hij tuft regelmatig een rondje door zijn woonplaats Gent, als zijn angsten het toelaten. Hermans broer heet Joseph, zijn zus Mia. ‘t Is maar dat u het weet.


In de Kroeg is hij niet meer zo vaak te vinden. Overdag drinkt hij nog wel eens een kopje Koffie verkeerd in Aba Jour, maar het Echte Cafébezoek is verleden tijd. Veel fans vinden dat jammer. Ze smullen van de slemppartijen van ‘Herman Brusselmans’ in muziekcafé Paganini. (We schrijven eind jaren tachtig, begin jaren negentig.) En uiteraard drinken ze onder het lezen de nodige GT’s en/of JB’s.


Bijna was hij profvoetballer geworden. Als levensgevaarlijke Linksbuiten speelt hij voor het eerste elftal van Sporting Lokeren. Hij wordt topscorer in de competitie en krijgt volop aanbiedingen. Hij wimpelt die af. Hij vindt zichzelf niet goed genoeg. Meer dan een gemiddelde clubspeler zit er niet in. Dan liever een plek in de eredivisie van de Literatuur. Waarvan akte.


Zijn Moeder Lea vormt een scharnierpunt in zijn leven – en daarmee in zijn oeuvre. Zij sterft in 1992, de schrijver is net begonnen aan Ex-minnaar. Haar dood komt aan als een Mokerslag en dendert nog altijd na. In vrijwel elk boek dat volgt, doet hij verslag van zijn verdriet. Maar haar graf bezoeken, durft hij nog altijd niet. Zijn vader Gust leeft nog en komt (dus?) niet voor in zijn werk.


Het grootste verkoopsucces heeft Herman in Nederland. Zijn Amsterdamse uitgever Prometheus weet de status van Bekende Vlaming goed te vermarkten. In het brave België kunnen ze minder goed uit de voeten met zijn ‘rebellie’ en ‘anarchie’. Tussen aanhalingstekens uiteraard, want Brusselmans is eigenlijk een lieve jongen die geen vlieg kwaad doet.


Ja, hij weet de publieke Opinie goed te bespelen, met zijn luide retoriek. Opschepperij en cynisme scoren goed in de media. De inhoud is van ondergeschikt belang. Hij is dan ook een graag geziene gast in talloze televisieprogramma’s. Zijn motto: u vraagt, wij draaien. Of om met Gerard Reve te spreken: ik heb een winkel en de kassa moet rinkelen.


Phoebe is zijn aller-aller-állergrootste liefde. Tania de Metsenaere welteverstaan. In 2006 geven ze elkaar het jawoord, na bijna vijftien jaar samenwonen. Paradoxaal - líjkt het. In zijn boeken sabelt hij immers de meeste vrouwen genadeloos neer. Ze hebben tieten en een preut, zijn dom en blond. Zijn boek Vrouwen met een IQ is zijn grootste seller. Tania heeft zwart haar en is volgens ingewijden super-super-súperslim…


HB goes QT. Als in 1994 Pulp Fiction uitkomt, noemt Brusselmans zichzelf de Quentin Tarantino van de Nederlandse literatuur. De parallellen zijn er dan ook naar: geweld, vrouwen en gevatte dialogen. Waar QT gaandeweg vervalt in aanstellerige B-filmerij, verdiept HB zijn thematiek. De invloeden van Boontje en Reve komen meer dan ooit bovendrijven. Zal de leeftijd zijn.


‘Een dwergpoliep met puitenogen en haar van op haar pruim tot op haar rug’. Zo typeert Herman Ann Demeulemeester in zijn boek Uitgeverij Guggenheimer. De beledigde mode-ontwerpster stapt naar de Rechter. Die verbiedt de roman. Een schandaal is geboren. Collega-schrijvers verzetten zich tegen de uitspraak. Na lang procederen krijgt Herman gelijk: zijn scheldproza is een legitieme artistieke uitingsvorm en bovenal fictie.


De drank heeft HB definitief uit zijn leven verbannen. Hij staat al bijna vijftien jaar droog. Met Sigaretten wil dat nog niet zo goed lukken. Hij probeert het een paar keer, maar helaas. Twee pakjes per dag is nog altijd het minimum. In interviews roept hij nog wel eens dat hij Seks beter kan missen dan het roken van een sigaret…


De man die werk vond uit 1985 is zijn meesterwerk. De tragische bibliothecaris Louis Tinner zijn meest geslaagde protagonist. Zelf beschouwt Brusselmans het boek als zíjn antwoord op de Avonden, het magistrale debuut van Gerard Reve. Om de topdrie te vervolmaken: Ex-minnaar (1993) en ex-aequo De Terugkeer van Bonanza (1995) / Het spook van Toetegaai (2005). Tinner duikt overigens opnieuw op in Nog drie keer slapen en ik word wakker (1998).


Herman Brusselmans is niet van de straat. Na zijn gefnuikte voetbalcarrière studeert hij Germaanse Filologie aan de Universiteit in Gent. Het betekent een ommekeer in zijn leven. Ook omdat de acné en hardnekkige Uitslag op zijn gezicht in die jaren verdwijnen. Hij leert de meisjes kennen en zijn eerste vrouw Gerda. Hij is negentien, zij achttien. Een sprookje.


HB schrijft veel over Vrouwen. Enkele quotes: ‘Het exacte aantal gaten in een vrouw vind ik moeilijk te tellen. Vooral nadat ze met kogels doorzeefd is.’ ‘Vrouwen hebben niet genoeg verstand om optimaal te profiteren van het feminisme.’ Maar ook: ‘Zonder vrouwen zou het hele leven ondraaglijk zijn.’ En: ‘Een vrouw onderscheidt zich van een man door de pracht van haar twijfels.’ Naar welke kant slaat de balans door?


Woody is dood. Het witte Maltezer Leeuwtje dat voor het eerst opduikt in Het oude nieuws van deze tijden (1994). Het snoezige hondje dat sindsdien niet meer van zijn zijde wijkt. ‘Wie aan Woody raakt, raakt aan mij!’ Herman gaat nooit meer slapen zonder een likje van Woody, genoemd naar zijn favoriete regisseur Woody Allen. Het hondje sterft in 2004, de urn met zijn as prijkt in de woonkamer. Sinds 2005 is Eddie in HB’s leven, een Lhasa Apso. Een wat?


Zijn boeken zouden in de VS steevast het stempel X-rated krijgen. Maar we leven gelukkig in een beschaafd land. Met een beschaafde premier. Vooruit, nóg een X, het kan niet op. De eX-trilogie is zijn bestverkochte trilogie. Brusselmans werkt graag in trilogieën, het biedt hem ‘een planning’. Zie ook de drie Guggenheimer-boeken. En zijn drie geschiedenisboeken…oh nee, dat zijn er twee.


Literaire prijzen wint Herman maar niet. De enige is de Yang-prijs, voor Prachtige ogen (1984), een gipsen kunstvoorwerp. Daarna haalt hij zelfs geen enkele keer de lónglist van de AKO, Libris of Gouden Uil. Misschien is zijn werk te controversieel? Of overtreft de kwantiteit van zijn oeuvre de kwaliteit? Wie zal het zeggen, zijn grote schare fans is tevreden. En daar is het allemaal om begonnen, toch?


Nee, het begon in 1982 met Het Zinneloze zeilen, een verhalenbundel. Een debuut met een nogal experimenteel karakter. Geen meesterwerk. Maar wel de opmaat tot een indrukwekkende schrijverscarrière. Harry Mulisch publiceerde De ontdekking van de hemel op zijn 65ste. En Reve’s Het Boek Van Violet En Dood verscheen op zijn 70ste. Herman Brusselmans magnum opus moet dus nog komen. En misschien schrijft hij tussendoor ook nog eens een boek dat écht met een Z begint.



This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 06-10-2007 - last updated on 08-10-2007

You're visiter number since 06-10-2007