Herman Brusselmans over zijn studententijd


Op pagina 274 van zijn nieuwe boek Het Spook van Toetegaai lezen we dat Herman Brusselmans altijd bijzonder nerveus was bij mondelinge examens. Zijn debuutroman Prachtige Ogen gaat zelfs integraal over zijn uniefjaren aan de Gentse Blandijnberg. Yep, ook Brusselmans is student geweest.

Herman Brusselmans studeerde Germaanse Filologie. Waarom? "Puur toeval," zegt hij. "Dankzij die studies heb ik wel ontdekt dat lezen in mij zit. De literatuur zat in mij te sluimeren, maar werd thuis en in de humaniora niet gestimuleerd. Op de unief wel." Leve de Blandijn!

GUIDO: Wat voor een student was jij?

Brusselmans: Een beetje een outcast. Ik kwam van Hamme, was niets gewend en kwam in Gent terecht, dat ik toen toch nog beschouwde als 'de grote stad'. Ik pendelde iedere dag met de trein, want ik mocht niet op kot. Ineens kom je dan in een 'klas' terecht van vierhonderd mensen. De professor nam zijn lijst en riep een naam af. Die student moest dan naar voor komen om een Engels gedicht voor te lezen, en werd vervolgens uitgescheten langs alle kanten. Op een dag werd mijn naam afgeroepen, en iedereen begon rond te kijken wie dat zou kunnen zijn. Wat deed ik? Ik keek gewoon mee rond, zodat niemand wist dat ik het was. Het resultaat was dat die prof een kruisje naast mijn naam zette. Die Brusselmans vond het blijkbaar niet nodig om naar de les te komen, hoewel ik daar wel degelijk zat. Dan ben ik maar beginnen te brossen, uit schrik om naar voor geroepen te worden. Grappig eigenlijk, want ondertussen doe ik al twintig jaar literaire optredens, maar toen was ik een broekschijter eerste klas. Uiteindelijk hingen wij gewoon maar wat rond. Met een stelletje onopvallende provinciale nitwits zaten wij urenlang te suffen bij een kopje koffie. We zaten gewoon te wachten tot het tijd werd om naar huis te gaan.

GUIDO: Koffie? Ging je dan niet op café?

Brusselmans: In mijn tweede jaar wel. Mijn bisjaar, want ik heb vier zittijden gedaan over de eerste kandidatuur. Dan ben ik overdag beginnen te drinken, maar zo goed als nooit 's avonds. Het nachtelijke studentenleven is aan mij voorbijgegaan. In dat tweede jaar heb ik mijn eerste vrouw leren kennen. Zij was een modelstudente, en ze trok mij mee in het studeren en naar de les gaan. Zo ben ik alsnog zonder veel problemen door de Germaanse geraakt. Maar ik was toen een zeer onopvallende figuur. Tom Lanoye liep daar ook rond, en die verkondigde toen al zijn poëzie en organiseerde optredens. Maar ik wilde niet opvallen, ik bleef graag op de achtergrond. Ik schreef wel stukjes voor het blaadje van de Germaanse, maar dan onder schuilnamen. G. H. L. Bustenhouwer. En Herman Frodiet. (lacht)

GUIDO: Waarover ging je thesis?

Brusselmans: Jan Emiel Daele, een jonge schrijver die op Valentijnsdag 1978 eerst zijn vrouw heeft afgeknald en daarna zelfmoord heeft gepleegd. Eigenlijk was dat nogal opportunistisch van mij. Ik ging toen Daeles vrienden interviewen, en die waren bijna allemaal actief in literaire tijdschriften waar ik zelf hoopte binnen te geraken. We zaten dan twee uur over Jan Emiel Daele te praten, en toen ik opstond om naar huis te gaan zei ik: "A propos, ik schrijf zelf ook." (lacht) Nu krijg ik zelf veel mensen over de vloer die net hetzelfde doen.

GUIDO: Zijn er over jouw werk al thesissen gemaakt?

Brusselmans: Ja. Je ziet dan dat die studenten hun best hebben gedaan, en dat ze een goede thesis hebben geschreven, maar toch staan er vaak dingen in die niet juist zijn. Of die ik zelf anders zou hebben geschreven. Ik heb uit die thesissen geleerd dat je een schrijver niet volledig kunt leren kennen aan de hand van zijn werk, hoe autobiografisch het ook is.

 

(HDP)

 

Bron: Guido - Student Portal: 14 november 2005

This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 19-11-2005 - last updated on 19-11-2005

You're visiter number since 19-11-2005