"Ik was het grote talent"

(dit artikel is een bewerkte versie van een interview dat in 2002 verscheen in Johan)

Herman Brusselmans zou prof worden. Bij Lokeren. Maar Brusselmans is geen vakidioot. Niet als schrijver, en destijds ook niet als voetballer. 'Ik moet óók op de terrasjes naar de wijven kijken.' Herman Brusselmans staat in het seizoen 2004- 2005 bij Johan in de basis als columnist.

'Ik ben altijd voor Nederland, tenzij ze tegen de Belgen spelen. En ik ben ook altijd voor Ajax en Feyenoord. Alleen PSV doet me niets. Ajax en Feyenoord zijn mythisch; PSV niet. In de tijd dat mijn mythes werden geschapen, stelde PSV nog niets voor. Manchester United is uiteraard ook mythisch. Niet alleen om de tragiek die over die club hangt, maar voor mij vooral ook om de persoon van George Best. Een echte rock-’n’-roll-voetballer.'

foto: Ilya van Marle



'Het Nederlands elftal van ’74 bestond bijna uitsluitend uit rock-’n’-roll-voetballers. Dat maakte het zo mooi. Het is spijtig dat wij nooit zulke spelers hebben. Ik heb zeer veel respect voor ‘onze jongens’, maar geen grenzenloze bewondering. Ik heb ook nauwelijks historische wedstrijden van de Belgen meegemaakt. Die 4-3 in Mexico ’86 tegen de Russen, dat was er één. En natuurlijk die tegen Nederland in de Kuip, in de beslissingswedstrijden om de kwalificatie voor dat WK. Maar twee is toch wat weinig, hè. Onze historische nederlaag is die tegen de Duitsers, in de EK-finale van 1980. De 2-1 van die verschrikkelijke Horst Hrubesch, das Ungeheuer, één minuut voor tijd, daar ben ik kapot van geweest.'

Limburgse idioten

'Het voetbal roept emoties op die je zelden op een andere manier beleeft. Zie ik Racing Genk kampioen worden en zie ik al die Limburgse idioten feestvieren, dan heb ik een krop in m’n keel. Juichen doe ik tamelijk ingetogen sinds ik eens met mijn eerste vrouw en haar vader in zijn huis een belangrijke wedstrijd van Anderlecht zat te kijken. Ik had een Anderlecht- petje op m’n kop en een Anderlecht-sjaal om mijn nek. Anderlecht scoorde, ik sprong overeind en begon als een dolle met die sjaal te zwaaien. Toen die verstrikt raakte in een schemerlamp achter mij, kwam niet alleen die lamp maar ook het halve pleisterwerk van de muur. Zoiets drukt de pret wel een beetje.'

Schat, Del Piero is een flikker

'Ik kijk meestal alleen. Mensen die het eigenlijk niet interesseert, kan ik er niet bij hebben. Die verstoren mijn aandacht. En vrouwen en voetbal, dat is helemaal een waardeloze combinatie. Als een vrouw al iets over voetbal te melden heeft, dan gaat het altijd over de buitenkant. ‘Hoelala, die Del Piero is een lekkere kerel.’ Als ik zoiets hoor, dan kan ik mij niet beheersen: ‘Schat, Del Piero is een flikker!’ Een voetballer die door vrouwen mooi wordt gevonden, is gewoon een flikker. Punt. Nou ja, bij Del Pierro heb je wel een probleem, want dat is natuurlijk een fantastische voetballer. Maar het voetbal is gewoon van mannen, het is onze machocultuur, en daar moeten we de vrouwen buiten houden.'

'Mijn vriendin Tanja heeft mij tien jaar geleden - nou ja, ik was al stapelverliefd op haar - mede versierd door te zeggen: ‘Apropos, ik houd ook nog van voetbal.’ Bij de eerste serieuze test, een wedstrijd van Anderlecht, had ik al na twee seconden door dat ze er geen reet vanaf wist. Zij is de enige mens die ik dat ooit vergeven heb. We kijken nog wel eens samen, maar dan zie ik toch na vijf minuten haar hand naar de Vogue glijden.'

Een heel triest milieu

'Voetbal is voor mij een heel belangrijk deel van mijn leven. Ik heb op de rand van een profcarrière gestaan, maar dat is stukgelopen op mijn puberbranie. Iedereen moest naar mijn pijpen dansen, want ik was het grote talent. Daarbij stelde de begeleiding in die tijd - midden jaar zeventig - ook geen bal voor. Een heel triest milieu vond ik het, heel beperkt.
Er is altijd meer dan datgene waarmee je bezig bent, en daarom concentreerde ik me toen niet voor de volle honderd procent op dat voetbal. Ik wilde het per se combineren, wilde ook naar de universiteit, maar dat ging gewoon niet. Als ze je betrapten met een boek, schrokken ze zich kapot: ‘Hela, met wat voor een idioot hebben we hier van doen?’ Terwijl ik er wel degelijk voor leefde en net zo goed als andere jongens met een bal ging slapen. Ik heb geen verdriet om mijn mislukte profcarrière, want daar had ik zelf de hand in. Ik heb verdriet om de dood van mijn moeder.'

'Ook als schrijver ben ik geen vakidioot, geen one track mind. Ik moet óók dat voetbal zien, ik moet óók op de terrasjes naar de wijven kijken. Ik zou echt geen betere boeken schrijven als ik vierentwintig uur per dag met schrijven bezig was. Dít is wat er in zit. Als het niet volstaat, dan ligt het gewoon aan mijn talent.'

Bron : voetbalmaandblad Johan - tekst: Marcel Maassen - foto: Ilya van Marle

This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 21-09-2004 - last updated on 21-09-2004